zondag 8 september 2013

Vakantie in Thüringen deel 2 (Gedachte van deze week 37)

Goethe en Schiller zijn nauw verweven met Thüringen en zeker met Weimar en Erfurt. Als dichters hebben zij elkaar daar vaak getroffen.
Voordat ik in aansluiting op mijn vorige logje, een logje over Weimar en Erfurt ga maken wil ik eerst een gedicht van Goethe hier plaatsen met de titel "Gefunden".
Ik heb er zelf een vrije vertaling van gemaakt.
Op internet vond ik ook een filmpje van iemand, die het voordroeg.


Gefunden                                            Gevonden

Ich ging im Walde                                Ik wandelde het bos in
So für mich hin,                                  zomaar spontaan
Und nichts zu suchen,                        niet om er iets te zoeken
Das war mein Sinn                              dat was ik niet van plan.

Im Schatten sah ich                             In de schaduw zag ik
Ein Blümchen stehn,                            een bloempje staan
Wie Sterne leuchtend,                         glinsterend als een ster
Wie Äuglein schön.                              gelijk een oogje zo mooi

Ich wollt' es brechen,                          ik wilde het plukken
Da sagt' es fein:                                  daar zei het  zacht:
Soll ich zum Welken                            moet ik om te verwelken
Gebrochen sein?                                 afgebroken zijn?

Ich grub' s mit allen                             Ik groef het uit
Den Würzlein aus,                               met wortel en al
Zum Garten trug ich’s                         
en droeg het naar de tuin
Am hübschen Haus                              van het mooie huis 

Und pflanzt' es wieder                        plantte het weer
Am stillen Ort;                                    op een rustig plekje
Nun zweigt es immer                          nu zwijgt het immer
Und blüht so fort.                               en bloeit zo verder

von Johann Wolfgang von Goethe



         jeer